Winter (6)

De winter was lang, donkergrijs en er was veel pijn. Tweemaal per week liep ik ’s ochtends naar de praktijk van fysiotherapeute Marian, die daar dan een half uur lang mijn linkerarm te lijf ging. De rest van de tijd wachtte ik tot de zon doorbrak, wat op de meeste dagen tevergeefs was. En ik kookte eten. Als er inspiratie, gasten of beide waren soms wel vijf gangen, goeddeels met één arm.

Marian en ik keuvelden tijdens de foltersessies ter afleiding over alles, iedereen en z’n moeder. Het ging vaak verder dan koetjes en kalfjes. Vandaag was de laatste afspraak en tot onze verbazing kwamen we erachter dat het heikele punt van de afwezigheid van mijn vader in mijn leven nog niet besproken was. Dat hij een lul is, daar waren we het op de valreep nog wel over eens.

De arm ging met kleine stapjes vooruit. Er kwam meer beweging in, tillen begon weer mogelijk te worden en er kwam wat gevoel in de huid terug. Maar de spieren bleven dunnetjes, in tegenstelling tot bijvoorbeeld mijn gezicht, waar de dagelijkse uren proeven en drinken duidelijk aan af te lezen begon te worden.

Dus het werd tijd. Dat was het al jaren eigenlijk, maar nu, met die kwakkelende arm en zonder fiets, ontkwam ik er niet meer aan. De sportschool. Ik zocht er eentje waar het woord ‘revalidatie’ begrepen werd en vond die uiteindelijk, niet ver van waar mijn huis woont. Vier keer per week wilde ik daar gaan trainen. Dat bleek te ambitieus, zo vanuit het niets, maar drie keer haal ik meestal wel. Onder begeleiding van Radio Ibiza, of trainer en fysiotherapeut Ivan kweek ik spieren, versoepel ik gewrichten en verbrand ik vet. Na een half jaar ben ik sterker dan ik ooit was, is mijn conditie zeker zo goed als een jaar geleden en pas ik mijn grijze pak weer zonder m’n adem in te houden.

Het is over drie weken een jaar geleden dat ik op het Corsicaanse asfalt klapte. Gisteren stapte ik voor het eerst weer op een soortgelijke fiets als die ik tijdens het ongeluk bereed. Tijdens het eerste uur fietsen protesteerden mijn hoofd en elleboog hevig, maar toen nam ‘t testosteron het over en deed ik er alles aan om mijn atletische veertienjarige zoon voor te blijven. Wat lukte, hoewel hij na afloop op het terras aanmerkelijk frisser oogde en rook dan ik…

Mijn arm strekt en buigt weer redelijk goed. Het is niet zoals het was, niet zoals het hoort en dat komt ook niet meer terug. De huidzenuwen helen gelukkig nog steeds. Af en toen voelt m’n arm nog rottig en pijnlijk aan, maar ook dat wordt nog steeds minder. Er is prima mee te leven, nu. Na een moeilijk jaar is het tijd voor vakantie!

Zonder fiets, dat wel.