Coquilles met garnalen in pastis-zeekraalsaus

Voor een verlaat en extra kerstdiner toog ik gisteren zonder boodschappenlijstje naar de viswinkel. Er moest nog een extra voorgerechtje verzonnen worden, en ook het hoofdgerecht was nog onbepaald. Behalve dus dat het vis moest zijn. Ik kocht een prachtige heilbotfilet van een kilo, die we in moten serveerden, met een salsa van groenten. Ook nam ik verse St. Jacobsschelpen mee. ‘s Avonds improviseerden we daar een sausje bij, dat bijzonder smakelijk uitpakte.

 

Bereiding (voorgerecht voor vier personen):

Smelt de boter in een steelpan. Fruit de zeekraal kort, doe er het blokje visbouillon bij en giet dan de wijn, pastis in de pan. Laat inkoken tot ongeveer driekwart van het vocht verdampt is, en voeg dan de room, garnalen en dille toe. Ondertussen bak je de coquilles in ongeveer drie minuten (of tot ze mooi bruin kleuren) per kant gaar. Giet voor iedere gast een flinke lepel saus op een bordje en leg daar de coquilles op. Klaar! En ontzettend lekker.

 

Ingrediënten:

75gr boter

Handvol zeekraal in stukjes van 2cm

Glas witte wijn

2el pastis

1/3 blokje visbouillon

100ml room

100gr Noordzee-garnalen

Dille

8 St. Jakobsschelpen (coquilles de St. Jacques)

 

de foodstylist verkeerde in kennelijke toestand